Sekthuis Rotkäppchen

De Sekt met de rode capsule, Rotkäppchen Sekt, is een symbool voor Duitsland. De historie ervan begon op 26 september 1856, toen de broers Moritz en Julius Kloss samen met hun vriend Carl Foerster in Freyburg an der Unstrut wijnhandel Kloss & Foerster oprichtten.

Hun eerste 6000 flessen vulden ze in het achterhuis van de familie Kloss. Ter gelegenheid van het huwelijk van Julius Kloss met Emma Gables op 17 juni 1858 ging daar voor het eerst een van open. Het bedrijf kende enorm veel succes, zo veel dat al in 1867 de Freyburger wijnboeren niet meer in staat waren de benodigde hoeveelheid basiswijn te leveren. In 1870 werden al 120.000 flessen geproduceerd. Daarvoor moest most uit Baden en Württemberg aangekocht worden.

In 1894 spande een Frans Champagnehuis een rechtszaak tegen Kloss & Foerster aan om de naam ‘Monopol’, de naam van de meest succesvolle merklijn. Omdat de Fransen wonnen, noemde men de Sekt voortaan naar de rode capsule. Daarmee was het merk Rotkäppchen geboren. Op 15 juli 1895 werd het officieel als zodanig geregistreerd.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de familie Kloss in juli 1948 onteigend en ging het bedrijf verder als Volkseigener Betrieb Rotkäppchen-Sektkellerei Freyburg/Unstrut. Veertig jaar later, in 1988, produceerde dat 15 miljoen flessen.

Na de Wende dreigt Rotkäppchen kopje onder te gaan. In de tweede helft van 1990 waren de verkopen gedaald tot nog maar 1,8 miljoen flessen. Niettemin gaat het Sekthuis verder, eerst onder het beheer van de Treuhand totdat in 1993 leden van het bedrijfsleiding met steun van de familie Harald Eckes-Chantré een management buy out wagen. Hun moed en inzet is beloond in de jaren daarna. Rotkäppchen behoort nu weer tot de grootse Sektproducenten van Duitsland en sinds 2002 kon het het Sektmerk Mumm en het gedistilleerdmerk Chantré overnemen.

De architectuur van het bedrijfsgebouw aan de Sektkellereistraße in Freyburg is een industrieel monument van de eerste orde en weerspiegelt de geschiedenis. Zeer indrukwekkend is de in 1893 gebouwde en ongeveer 1000 vierkante meter grote binnenplaats met zijn vrije glasdak, toen en ook nu nog een architectonisch hoogstandje. Ook de kelders zijn bezienswaardig. In 1887 werd begonnen met de bouw daarvan. Ze zijn uitgegraven in mosselkalk, tellen vijf verdiepingen en hebben een oppervlakte van 13.000 vierkante meter. In de aangebouwde Domkeller staat het pronkstuk van het huis in de vorm van het grootste cuvéevat met houtsnijwerk van Duitsland. Het werd evenals de kelder in 1896 gebouwd. Kuiper Georg Feldmann gebruikte er het hout van 25 eikenbomen voor nodig. Het vat maakte het mogelijk om voortaan in een keer 120.000 liter wijn te mengen, goed voor telkens 160.000 flessen van een bepaald type Sekt. Vandaag de dag is het Sekthuis met jaarlijks ruim 100.000 bezoekers een grote trekpleister in Freyburg.

Openingstijden

Geleide rondleidingen en proeverijen op afspraak