Castell
Een mijlpaal in de geschiedenis van de Frankische plaats Castell was de 6e april 1659. Op die dag liet Georg Körner, rentmeester van het landgoed van de graven Castell, aan de voet van de Schlossberg aldaar nieuwe druivenstokken planten.
En niet zomaar druivenstokken: daags tevoren had een bode uit het dorp Obereisenheim ‘25 stekken Österreicher’ afgeleverd.
In het omvangrijke archief van het Fürstlich Castell’sche Domänenamt is te lezen dat de stekken in de Schlossberg gebruikt werden om ‘wortel te schieten’. Het betekende het begin van een succesverhaal. Van hier uit begon de Silvaner zijn zegetocht door Duitsland en in het bijzonder in Franken.
De Silvaner behoort tot de oudste ook nu nog gecultiveerde druivenrassen. De Romeinse schrijver Gaius Plinius Secundus beschreef al in de eerste eeuw een ras met dezelfde eigenschappen. In de 17e eeuw bereikte hij waarschijnlijk vanuit het Donaugebied Duitsland. Vermoedelijk gebeurde dat door cisterciënzer monniken van klooster Ebrach die hem uit hun dochterkloosters in Oostenrijk meenamen naar Obereisenheim. De Silvaner is voortgekomen uit een kruising van Traminer en ‘Österreichisch Weiß’. Vanwege zijn herkomst uit het Alpengebied werd hij lange tijd ‘Österreicher’ genoemd.
In 1659 hadden de graven van Castell al ruim 400 jaar wijnbouw bedreven, met in 1244 voor het eerst schriftelijke vermelding van wijngaarden die ze aan het klooster Ebrach schonken. De wijngaarden in Castell zelf duiken voor het eerst in 1266 op in een oorkonde, maar het is onwaarschijnlijk dat de vorsten 40 jaar lang afzagen van wijn van voor hun deur. In de late Middeleeuwen groeiden de wijngaarden en werd wijn zowel volksdrank als betaalmiddel voor pacht. Pas vanaf 1600 veroorzaakte de ‘kleine IJstijd’ een gevoelige teruggang in opbrengsten en een opeenvolging van misoogsten.
Deze klimaatverandering en nog een andere catastrofe baanden het pad voor de Silvaner. De Dertigjarige Oorlog had complete gebieden verwoest en geleid tot opgave van 75 procent van de destijds 40.000 hectare metende aanplant in Franken. Voor de heraanleg van de wijngaarden waren druivenrassen nodig die winterhard waren, door hun late uitloop geen gevaar liepen van nachtvorst in het voorjaar en door een vlotte rijping tot goede oogsten leidden. Silvaner vervulde al deze criteria.
Het experiment was zo succesvol dat Johann Chistian Fischer in 1791 in zijn standaardwerk Der Fränkische Weinbau auf dem Felde und im Keller aanraadde om als 1 op elke 10 stokken Silvaner aan te planten. Veel wijnboeren moeten die raad ter harte hebben genomen, want in 1833 stelde Johann Philipp Bonner vast dat Silvaner net zo vaak te vinden was ‘als zout in eten’. Met de opkomst in de 19e eeuw van aanplant per enkel ras kon de Silvaner zijn positie als ambassadeur van Frankenwijn versterken. Hij werd en wordt hier aangeplant op de beste wijngaardlocaties en veredeld tot werkelijk grote wijnen. Het Fürstlich Castell’sches Domänenamt houdt deze traditie tot op de dag van vandaag in ere. Van de 70 hectare wijngaard is 40 procent beplant met Silvaner.
Öffnungszeiten
Maandag - Vrijdag: 08:00 - 18:00
Zaterdag: 10:00 - 16:00
Of op afspraak